4 oktober 2019. De Standaard kopt “Gemeenten moeten bladblazers met tweetaktmotor afdanken”. Het is één van de vele maatregelen in het Vlaamse regeerakkoord: “We zorgen ervoor dat tweetakttoestellen voor het onderhoud van openbaar groen uitgefaseerd worden.” De vraag die velen zich toen stelden was wellicht: moet de regering zo betuttelend zijn over zo’n pietluttigheden?
Er zijn heel wat mensen die daar een andere mening over hebben. Je zal maar eens naast een park wonen of werken. In de herfst kan je je verwachten aan urenlang monotoon, snerpend lawaai. Die ergernis is niet onterecht. Uit een praktijktest blijkt dat het geluid van één toestel tot 250 meter ver reikt. Het meettoestel gaf waarden boven 100 decibel weer, dat is hoger dan de toegelaten waarden van muziek op een concert. Maar lawaai is niet de enige reden dat de Vlaamse regering overgaat tot een verbod. Het gaat ook om de uitstoot van die motoren.
Tweetaktmotoren zijn populair vanwege hun hoge vermogen, maar dat is niet kosteloos. De motoren zijn erg vervuilend omdat de brandstof een mengeling is van benzine en (smeer)olie. Die mix verbrandt minder nauwkeurig dan klassieke brandstof. Je herkent het aan de typische uitlaatgassen én geur. De verbranding van de smeerolie veroorzaakt enorm veel toxisch fijnstof, zoals benzeen, koolstofmonoxide (23 keer meer dan een pick-uptruck), vluchtige koolwaterstoffen (bijna 300 keer meer dan diezelfde pick-uptruck), koolstofdioxide en stikstofoxide. Wie dus iets wil doen aan de luchtkwaliteit moet niet alleen kijken naar auto’s en verwarming. De chemische rommel die tweetaktmotoren de wereld in stoten, is misschien wel minder in volume, maar veel toxischer dan de uitstoot van andere verbrandingsmotoren.
Sommige van die stoffen schaden ook de ozonlaag. De Californische overheidsinstantie Air Resources Board waarschuwde in 2017 dat tegen 2020 bladblazers, maaiers en vergelijkbaar materiaal meer ozon-veroorzakende stoffen zouden uitstoten dan de miljoenen auto’s in de staat, die natuurlijk wel properder worden. Die instantie had berekend dat de ozon-vormende uitstoot van één uur bladblazen gelijkstaat aan 1.100 mijl rijden met een doorsnee personenwagen als de Toyota Camry (bouwjaar 2016). Dat is 1.770 kilometer.
Ok, tweetakt is slecht, maar wat zijn de alternatieven? Een deel van het antwoord is simpel: de bladeren laten liggen. En dat zijn we in Leuven ook van plan, waar het kan tenminste, bijvoorbeeld op de begraafplaatsen en in parken. Dat is goed voor de natuur. Maar je moet de bladeren nog steeds van de fietspaden en sportpleintjes verwijderen. De grote oppervlakten maken de hark helaas geen realistisch alternatief. En bovendien heb je nog steeds grasmaaiers, haagscharen, kettingzagen en bosmaaiers nodig.
Gelukkig zijn er ook elektrische bladblazers, die maken veel minder lawaai en stoten niets uit (wel bij de elektriciteitsproductie, maar daarom kiest de stad natuurlijk voor groene stroom). Een decennium geleden moest je daar niet mee afkomen. De toenmalige toestellen bliezen zo zwak en de batterijen waren dermate zwaar, traag om op te laden en met een korte levensduur, dat ze geen volwaardig alternatief vormden. Dat is vandaag anders. Er is een nieuwe generatie elektrische bladblazers op de markt die wél krachtig genoeg zijn, zonder buitensporig lawaai.
Er blijven dus nog maar weinig redenen over om geen verbod in te voeren. Maar komt dat verbod van de Vlaamse regering er nu echt, of blijft het bij mooie woorden? We gingen het na. De Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) heeft nog nergens opgevangen dat er werk gemaakt wordt van het verbod. Zelfs als het verbod op tweetakttoestellen vandaag zou ingaan, dan sleuren we nog minstens 10 tot 15 jaar de oude toestellen mee, want zolang gaan deze motoren mee. Daarom is het belangrijk om snel werk te maken van een uitdoofscenario.
De komende jaren zal Leuven de transitie maken, weg van tweetakt richting elektrisch. En dat met of zonder Vlaamse regelgeving. Want soms doe je dingen, niet omdat ze moeten, maar omdat dat goed is voor het milieu, het klimaat, onze longen en onze oren.